Aanbiedingsbrief

Geachte raadsleden,

Hierbij bieden wij u de begroting 2024 en meerjarenraming 2025 – 2027 aan.
In de kadernota 2024 zijn de relevante beleidsontwikkelingen in beeld gebracht en financieel vertaald.
De programmabegroting 2024 is een nadere uitwerking van de in de kadernota 2024 opgenomen uitgangspunten en nadien bekend geworden autonome ontwikkelingen.

Ambities
De programmabegroting 2024 is om reden gebaseerd op het raadsprogramma 2022 - 2026 'Aan de slag voor Aalsmeer' en het collegeprogramma 2022 - 2026 'Samenwerken aan Aalsmeer'.
Voor de in deze programmabegroting 2024 opgenomen budgetten is het budget voor nieuw beleid, gebaseerd op het voorstel bij de programmabegroting 2023 (raad 3 november 2022) het uitgangspunt geweest.
Naast de voorstellen voor nieuw beleid die daarin zijn opgenomen loopt er een aantal onderzoeken. Het betreft het onderzoek naar de buitensportaccommodaties, meerjaren onderhoud van de openbare buitenruimte, de toekomst van het zwembad, het integraal huisvestingsplan voor het onderwijs, alsmede de nieuwbouw van een kazerne door de Veiligheidsregio. Deze bevinden zich in verschillende stadia van onderzoek. Om een integrale afweging van de inzet van de beschikbare middelen mogelijk te maken doen wij u hiervoor bij deze programmabegroting nu geen aanvullende voorstellen.
Een belemmerende factor is daarnaast de continuerende onzekerheid over de bijdrage van de Rijksoverheid in de ontwikkeling van de gemeentefinanciën.

Ontwikkelingen
Het beleid en de financiën van de gemeente wordt nog steeds beïnvloed door de continu veranderende maatschappelijke ontwikkelingen. Waar eerst de coronacrisis een beroep deed op de uitvoering hebben we nu al ruim 1 ½ jaar te maken met een oorlog in Oekraïne. Afgelopen zomer heeft het Sociaal Cultureel Planbureau de Rijksoverheid geadviseerd om naast financieel-economische overwegingen ook oog te hebben voor sociaal-maatschappelijke aspecten. De opgaven waar Nederland voor staat zijn omvangrijk en vragen om keuzes voor (her)verdeling en investeringen. De woningnood, de stikstofcrisis, de houdbaarheid van de zorg of krapte op de arbeidsmarkt zijn thema’s die ook in de Aalsmeerse samenleving hun impact hebben en vragen om keuzes ook op Rijksniveau.

In het voorstel over de meicirculaire 2023 is ingegaan op de financiële gevolgen van het Rijksbeleid als gevolg van de (eenzijdige) indexeringssystematiek van het Rijk vanaf 2026, koppeling van de indexering aan het BBP vanaf 2027, opschalingskorting en additionele middelen Jeugdzorg in relatie tot de Hervormingsagenda, waarvan de gevolgen inmiddels bekend zijn als het ‘ravijnjaar’ 2026 door de korting van € 3 miljard die door de Rijksoverheid op het gemeentefonds is doorgevoerd.
De VNG heeft direct na de val van het kabinet op 7 juli al uitgesproken dat de maatschappelijke problemen te urgent zijn om als overheden een jaar of langer stil te staan. Dezelfde uitspraak  heeft zij ook gedaan voor het gesprek over de juiste financiële randvoorwaarden van de decentrale overheden.

Onderzoeksbureau BMC heeft in opdracht van de VNG de gevolgen van de tekortschietende rijksmiddelen in kaart gebracht. Het VNG bestuur heeft zich voltallig achter de conclusie uit het hierover uitgebrachte rapport geschaard: een structurele korting van € 3 miljard vanaf 2026 legt gemeenten een zeer ingrijpende en zeer zichtbare bezuinigingsoperatie op, met substantiële gevolgen voor hun betrokkenheid bij de grote maatschappelijke opgaven van dit moment. Deze zijn

  • Er dreigt grote vertraging voor het bouwen van woningen en het behalen van de doelstellingen van het Klimaatakkoord;
  • In het sociaal domein zal de inzet op preventie afnemen en zullen de wachtlijsten groeien;
  • Minder capaciteit voor handhaving leidt tot afwezigheid van gemeenten in de openbare ruimte;
  • Gebrek aan investeringen leidt niet alleen tot achteruitgang in het ‘eigen’ domein, maar werkt vanwege de onderlinge verwevenheid ook hard door in andere domeinen.

Gemeenten kunnen in geval het Rijk de korting op het gemeentefonds handhaaft onvoldoende of zelfs niet mee doen in maatschappelijke opgaven wat leidt tot stagnatie van noodzakelijke transities, terwijl de rol van gemeenten in deze transities groot is en in veel gevallen zelfs cruciaal. Waarbij daarnaast in het algemeen geldt dat bezuinigingen nu in veel gevallen resulteert in hogere maatschappelijke kosten op een later moment.
Ook heeft dit consequenties voor de uitvoering van de medebewindstaken die wij als gemeenten voor het Rijk uitvoeren. Naar verwachting betekent dit dat de uitvoering van deze taken drastisch afgeschaald worden.
De recente uitspraak van de rijks topambtenaren dat ook het Rijk de komende jaren € 17 miljard moet bezuinigen maken een discussie over aanvullende middelen er in ieder geval niet eenvoudiger op.
Uit het recent gevoerde bestuurlijk overleg van de VNG met de Rijksoverheid is naar voren gekomen dat uiterlijk in het voorjaar 2024 wel een besluit wordt genomen over de opschalingskorting. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om incidentele middelen en overschotten in te zetten als structureel dekkingsmiddel om daarmee tijdelijk de financiële tekorten te kunnen overbruggen. In het laatste geval zouden we een gedeelte van onze weerstandscapaciteit tijdelijk kunnen inzetten.

Het merendeel van de gemeenten heeft daarnaast in de meerjarenraming 2024-2026 van de begroting 2023 een stelpost Jeugd opgenomen. Dit was mogelijk op basis van een afspraak tussen het Rijk, IPO en VNG. De door de gemeenten gehanteerde bedragen konden worden berekend op basis van financiële reeks de uitspraak van de zogenaamde Commissie van Wijzen .
De stelposten bedragen maximaal het deel dat gemeenten op basis van de verdeling zouden krijgen, rekening houdend met de aanvullende besparing van € 511 miljoen voor rekening en risico van het Rijk.  Het opnemen van de stelpost is voor eigen risico en geeft geen budgettaire garantie dat het geld ook daadwerkelijk beschikbaar komt. Onderdeel van de toezegging van de gelden uit de Commissie van Wijzen is de hervormingsagenda. Aalsmeer heeft in haar begroting en meerjarenraming geen rekening gehouden met deze stelpost.

Duidelijkheid over de ontwikkeling van de gemeentefinanciën is noodzakelijk. Indien structurele uitgaven opengebroken moeten worden waaraan bijvoorbeeld contracten ten grondslag liggen is tijd nodig.
De verwachting is echter dat er voorlopig voor ‘het financiële ravijn 2026’ vanuit het Rijk geen oplossing zal komen.

Financiële ontwikkeling
Het meerjarenbeeld dat in de begroting 2024 wordt gepresenteerd is als volgt:

Ontwikkeling programmasaldo (bedrag x € 1.000)

2024

2025

2026

2027

Perspectief volgens Kadernota 2024

0

0

0

-1.033

Totaal autonome ontwikkelingen

-592

-897

-1.237

-1.538

Totaal dekkingsvoorstellen

592

897

0

0

Saldo Programmabegroting 2024

0

0

-1.237

-2.571

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

Structureel

1.376

460

-893

-2.561

Incidenteel

-1.376

-460

-344

-8

Saldo begroting

0

0

-1.237

-2.571

Bij het opstellen van de programmabegroting 2024 is voor de indexatie van de budgetten uitgegaan van de ramingen zoals deze eerder dit jaar door het Centraal Economische Planbureau zijn afgegeven. Gelet op de ervaringen van afgelopen jaar betekent dat niet dat we niet met onverwachte mee- of tegenvallers geconfronteerd kunnen worden. Bij het opstellen van deze programmabegroting is hierop geanticipeerd door het opnemen van een stelpost loon-prijs, een stelpost behoedzaamheid (structureel) en als onderdeel van de noodzakelijke weerstandscapaciteit (incidenteel).

In lijn met de resolutie van de VNG van 6 juni staan wij voor een rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief. Wij volgen daarbij het begrotingsadvies van de VNG van afgelopen zomer dat bestaat uit twee onderdelen:

  • Presenteer voor 2024 en 2025 van de meerjarenraming 2025-2027 een sluitende begroting;
  • Breng de lasten in de meerjarenramingen voor 2026 en 2027 in beeld, in de vorm van een realistische begroting. Baseer deze op het huidige takenpakket, de noodzakelijke investeringen, de inflatie, de stijgende rente, de ambities uit de coalitieakkoorden en geschatte mee- en tegenvallers.

Deels in lijn met dit begrotingsadvies laten wij in deze begroting zien wat de impact is van de aangekondigde bezuiniging is zonder daarbij nu al maatregelen in de begroting op te nemen die de Aalsmeerse samenleving gaan raken. Gedeeltelijk omdat de financiële effecten van een zwembad, het MJOP buitensportaccommodaties, brandweerkazerne en het IHP niet in deze programmabegroting zijn opgenomen. Dat geldt ook voor de mogelijk hogere lasten van het beheer en onderhoud van de openbare buitenruimte.

Uit voorliggend meerjarenperspectief blijkt de consequentie van de korting op de algemene uitkering van € 3 miljard vanaf 2026. Voor Aalsmeer heeft dit een impact van ca. € 2,4 miljoen euro.
Om naar de toekomst toe een sluitende begroting te kunnen blijven presenteren is het noodzakelijk dat:

  • De in de programmabegroting 2024 opgenomen taakstellingen worden ingevuld;
  • Het Rijk met aanvullende middelen komt;
  • Er keuzes moeten worden gemaakt in ambities.

Ontwikkeling weerstandsratio
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze programmabegroting is de ontwikkeling van de weerstandsratio opgenomen. Deze bedraagt 1,7. Dat is 0,2 beter dan in de jaarstukken 2022 en het gevolg van enerzijds een verlaging van de benodigde weerstandscapaciteit en anderzijds een toename van het beschikbaar weerstandsvermogen door een hogere onbenutte belastingcapaciteit en een hogere reserve voorlopige winsten grondexploitaties na actualisatie van de Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG) 2023.

Schuldpositie
Aalsmeer staat voor grote opgaven de komende jaren. Dat heeft consequenties voor de schuldpositie en de rentelasten van de gemeente. In onderstaande tabel maken wij dat inzichtelijk.

Bij de ontwikkeling van schuldpositie in bovenstaande tabel wordt opgemerkt dat door de wijze waarop besluitvorming over het MPP plaatsvindt de benodigde financiering voor de jaarschijf 2027 nog niet is opgenomen. Dit geldt ook voor de besluitvorming over een zwembad, het MJOP buitensportaccommodaties, brandweerkazerne en het IHP.

Ontwikkeling lokale heffingen
In de paragraaf lokale heffingen van de voorliggende begroting zijn de tariefvoorstellen voor 2024 opgenomen. Basis voor deze tariefvoorstellen zijn primair de uitgangspunten geweest zoals die met het de besluitvorming over de Kadernota 2024 zijn vastgesteld. Als gevolg van een hogere stijging van de tarieven van de Meerlanden in 2024 zijn wij echter genoodzaakt om u een gewijzigd tariefvoorstel voor te leggen voor zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing. Dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de lokale woonlasten die in onderstaande tabel is opgenomen:

Soort lokale heffing

2020

2021

2022

2023

2024

OZB aanslag woning eigenaar

414

425

505

529

550

Rioolheffing eigenaar

174

174

177

181

188

Afvalstoffenheffing gebruiker

291

299

237

330

366

Woonlasten

879

898

919

1.040

1.104

Eenmalige belastingkorting voor huishoudens in 2022

-96

Netto te betalen

879

898

823

1.040

1.104

% toename t.o.v. vorig jaar

2,8%

2,2%

2,3%

n.v.t.

6,1%

Ook voor de stijging van de legestarieven willen wij u een afwijkend voorstel doen. Dit heeft te maken met procentueel grotere stijging van de dienstverleningsbijdrage van de AA-organisatie als gevolg van het effect van de nacalculatie 2023. Omdat het verstrekken van leges een directe relatie heeft met de uitvoeringskosten van de AA-organisatie is het voorstel om deze met 8,7% te verhogen conform de doorberekende stijging.

De verordeningen met daarin de tarieven voor de lokale heffingen 2024 worden door de raad vastgesteld in de vergadering van 21 december 2023.

Taakstelling AA-claims
In deze programmabegroting is conform de met u gemaakte afspraken over een stabiele dienstverleningsbijdrage een taakstelling ‘oud voor nieuw’ opgenomen. Ombuigingsvoorstellen ter grootte van € 2,5 miljoen onder andere ter dekking van de door Amstelveen ingediende AA-claims moeten invulling geven aan deze taakstelling.
Het college heeft kort voor het zomerreces de ombuigingsvoorstellen ontvangen. Daarvan is geconcludeerd dat deze nog niet de fase van besluitvorming hebben bereikt. In het eerstvolgende bestuurlijk overleg gaan wij hierover met AA-organisatie in overleg.
Wellicht ten overvloede wijzen wij u erop dat indien de in de begroting opgenomen taakstellingen niet worden ingevuld dit nadelige impact heeft op het gepresenteerde begrotingsresultaat. Het is dan ook van groot belang dat de AA-organisatie hiervoor snel met aanvullende voorstellen komt waaruit u vervolgens een voor Aalsmeer verantwoorde keuze kunt maken.

Septembercirculaire 2023
Op het moment van het aanbieden van deze begroting is de septembercirculaire van het Rijk net binnen. Het ontvangstmoment is echter te laat om de uitwerking van deze circulaire nog in deze begroting te kunnen verwerken. U ontvangt daarom van ons op korte termijn een apart raadsvoorstel waarin een toelichting op de ontwikkelingen uit de septembercirculaire is gegeven en de financiële effecten ervan zijn toegelicht. Zodat u de gevolgen van de septembercirculaire bij de voorbereiding van de beraadslagingen over de begroting 2024 kunt betrekken. Overigens verwachten wij, gelet op de val van het kabinet, dat de septembercirculaire niet heel veel nieuws zal brengen.

Burgemeester en wethouders van Aalsmeer

Deze pagina is gebouwd op 11/08/2023 10:01:40 met de export van 10/04/2023 08:33:46