Financieel meerjarenbeeld
Hieronder vindt u een overzicht van de meerjarenraming per programma.
Bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting | Begroting 2024 | Begroting | Begroting | Begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2022 | 2023 | Lasten | Baten | Saldo | 2025 | 2026 | 2027 |
01 Sociaal domein | -24.712 | -21.628 | 30.393 | 5.574 | -24.819 | -24.859 | -23.838 | -23.717 |
02 Onderwijs en ontplooiing | -5.444 | -5.017 | 7.496 | 1.590 | -5.906 | -5.679 | -5.568 | -5.378 |
03 Economie en duurzaamheid | -248 | 187 | 1.038 | 1.178 | 140 | 290 | 290 | 365 |
04 Openbare ruimte | -8.004 | -9.279 | 20.862 | 9.548 | -11.314 | -10.772 | -10.999 | -10.745 |
05 Ruimtelijke ontwikkeling | -2.346 | 2.929 | 19.970 | 18.550 | -1.420 | -1.175 | -2.653 | -2.662 |
06 Bestuur, bevolking en veiligheid | -5.968 | -6.078 | 7.376 | 721 | -6.655 | -6.681 | -6.755 | -6.654 |
07 Overhead | -9.288 | -9.159 | 11.364 | 0 | -11.364 | -11.257 | -11.179 | -10.676 |
08 Algemene dekkingsmiddelen | 59.343 | 52.065 | 1.422 | 63.755 | 62.333 | 62.770 | 57.882 | 55.901 |
Totaal saldo van baten en lasten | 3.331 | 4.019 | 99.920 | 100.915 | 994 | 2.638 | -2.820 | -3.564 |
Reservemutatie | 512 | -4.019 | 5.997 | 5.002 | -994 | -2.638 | 1.583 | 993 |
Resultaat | 3.843 | 0 | 105.917 | 105.917 | 0 | 0 | -1.237 | -2.571 |
De gehanteerde uitgangspunten en toelichting op het meerjarenbeeld
De vertrekpositie is de meerjarenbegroting 2023-2026 overeenkomstig het boekwerk programmabegroting 2023. Aangevuld met de besluitvorming in de begrotingsraad en verdere besluitvorming tot en met de vastgestelde afdelingsplannen 2023 en de overige bestuurlijke besluitvorming, inclusief de Kadernota 2024. Daarnaast zijn de gevolgen van de meicirculaire verwerkt op basis van het daarover op 6 juli 2023 genomen raadsbesluit.
In de begroting 2024 zijn de volgende onderdelen verwerkt:
- Actualisatie van de kapitaallasten;
- Nominale ontwikkelingen loon- en prijs;
- Kostentoerekening;
- Meerjarige mutaties reserves en voorzieningen;
- Bepaling van de kostendekkendheid van de exploitaties.
Actualisatie van de kapitaallasten
Bij de actualisatie van de kapitaallasten is uitgegaan van de interne rekenrente van 0,1%.
Nominale ontwikkelingen
Voor de nominale ontwikkelingen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Loonontwikkeling 2024 5,2% en prijsontwikkeling 3,9% en subsidies 2024 5%
- Inflatiecorrectie voor tariefvoorstellen van 3,9% en 4,94%.
Voor de kostendekkende heffingen is het uitgangspunt maximaal kostendekkend. - Indexering van de bijdrage Aalsmeer aan Amstelveen, inclusief nacalculatie 2023, van 8,7% conform dienstverleningsovereenkomst (betreft nacalculatie 2023 3,71%, index 2024 4,78%).
- Huuraanpassing van 3,9%
- Bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen cf. aangeleverde concept-begrotingen. Wanneer er geen afspraken zijn gemaakt, dan is een indexeringspercentage van 4,94% toegepast voor 2024.
Bepaling van de kostendekkendheid van de exploitaties
De mutaties als gevolg van het jaarlijks bepalen van de kostendekkendheid van de exploitaties zijn verwerkt in de begroting 2024. In de paragraaf lokale heffingen zijn deze overzichten opgenomen.
Kostentoerekening
Jaarlijks vindt bij de afdelingsplannen een actualisering plaats van de toedeling van directe ambtelijke capaciteit aan taakvelden. De capaciteitstoedeling in de afdelingsplannen 2023 geldt ook als basis voor de opstelling van de programmabegroting 2024. De budgettaire kaders volgens de Kadernota bevatten ook het totaalbedrag van de Aalsmeerse dienstverleningsbijdrage aan Amstelveen. Dit bepaalt taakstellend de toegestane productbelasting vanuit de AA-organisatie aan de Aalsmeerse begroting.
Meerjarige mutaties reserves en voorzieningen
Besluitvorming over nieuw beslag op de reserves en herbestemming van bestaande reserves heeft plaatsgevonden bij de Kadernota 2024.
De stand en ontwikkeling van de voorzieningen zijn getoetst bij het opmaken van de jaarrekening 2022. De geactualiseerde opgave op van de verwachte mutaties 2024-2027 zijn opgesteld op basis van bestaand beleid met inachtneming van de gegevens uit de jaarrekening 2022 en de bestaande meerjarenplanning 2024-2027.
De vertrekpositie is de meerjarenbegroting 2023-2026 overeenkomstig het boekwerk programmabegroting 2023. Aangevuld met de besluitvorming in de begrotingsraad en verdere besluitvorming tot en met de vastgestelde afdelingsplannen 2023 en de overige bestuurlijke besluitvorming, inclusief de Kadernota 2024. Daarnaast zijn de gevolgen van de meicirculaire verwerkt op basis van het daarover op 6 juli 2023 genomen raadsbesluit.
In de begroting 2024 zijn de volgende onderdelen verwerkt:
- Actualisatie van de kapitaallasten;
- Nominale ontwikkelingen loon- en prijs;
- Kostentoerekening;
- Meerjarige mutaties reserves en voorzieningen;
- Bepaling van de kostendekkendheid van de exploitaties.
De mutaties staan in onderstaande tabel puntsgewijs opgenomen. In het programmaplan is per programma bij het onderdeel financiën, ontwikkeling programmasaldo een soortgelijke tabel met een detaillering van het betreffende programma opgenomen.
Ontwikkeling programmasaldo (bedrag x € 1.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Saldo Kadernota | 0 | 0 | 0 | -1.033 |
Begroting 2024 | ||||
Autonome ontwikkelingen | ||||
Meerjarenprognose grondexploitaties 2023 | -23 | -23 | -23 | -136 |
Mutatie kapitaallasten programmabegroting 2024 | -65 | |||
Onjuiste dekking bijdrage ESA onderhoud binnensportaccommodaties | -141 | -141 | -141 | -141 |
Vrijval salariskosten 4e wethouder | 85 | 85 | 85 | 85 |
Correcties mutaties Kadernota 2024 | -93 | -83 | -83 | -71 |
Stelpost kapitaallasten MPP | -300 | -300 | -300 | -300 |
Indexatie beheerslasten MPP | -45 | -90 | -135 | |
Ingroeipad beheerslasten MPP naar structureel sluitend | -45 | -90 | -135 | -180 |
Taakstelling WMO | -75 | -300 | -550 | -600 |
Totaal autonome ontwikkelingen | -592 | -897 | -1.237 | -1.538 |
Dekkingsvoorstellen | ||||
Rentebaten schatkistbankieren | 350 | |||
Stelpost behoedzaamheid | 242 | 897 | ||
Totaal dekkingsvoorstellen | 592 | 897 | ||
Saldo Programmabegroting 2024 | 0 | 0 | -1.237 | -2.571 |
Hieronder is een korte toelichting per mutatie opgenomen:
Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG) 2023
Op 6 juli 2023 heeft de raad de geactualiseerde Meerjarenprognose Grondexploitaties (MPG) 2023 vastgesteld en besloten de bijbehorende mutaties en fiscale consequenties te verwerken in de begroting 2023 en verder.
Mutatie kapitaallasten
Conform de besluitvorming over het Meerjarenprojectenplan Buitenruimte op 7 juli 2022 wordt de stelpost kapitaallasten jaarlijks verhoogd. Voor de jaarschijf 2027 was dat besluit nog niet geëffectueerd.
Correctie dekking hogere bijdrage ESA kadernota 2022
Bij de Kadernota 2022 is de bijdrage aan de ESA structureel verhoogd met € 241.000 voor onderhoud binnensport accommodaties. De dekking hiervoor is volledig gehaald uit de jaarlijkse dotatie voor de voorziening groot onderhoud. De voorziening groot onderhoud is naast sport echter ook voor alle andere gebouwen, zowel onderwijs, sport (programma 2) als overige gebouwen (programma 5).
Op basis van de geactualiseerde onderhoudsvoorziening gebouwen bij de jaarrekening 2022 is het mogelijk om de jaarlijkse dotatie met € 100.000 te verlagen in plaats van de eerdere verlaging van € 241.000.
Doordat de onderhoudsvoorziening met een jaarlijkse lagere dotatie van € 100.000 wel meerjarig voldoende saldo in de voorziening behoudt voor het uitvoeren van benodigde onderhoud aan gebouwen.
In programma 5 staat de vrijval uit de voorziening geraamd, waardoor het per saldo nadelig effect € 141.000 is.
Vrijval loonkosten 4e wethouder
Doordat het college nu bestaat uit drie wethouders kunnen de geraamde salariskosten voor een 4e wethouder vrijvallen.
Diverse correcties Kadernota 2024
Bij de aansluiting van de mutaties in de 1e BURAP 2023 en de Kadernota 2024 is een tweetal mutaties in de Kadernota 2024 onjuist opgenomen. Het betreft de kostenverhogende BTW van de dienstverleningsbijdrage en de geraamde OZB opbrengsten. Beide worden met deze mutatie gecorrigeerd.
Stelpost onderuitputting kapitaallasten MPP
In de programmabegroting 2023 is een structurele stelpost kapitaallasten opgenomen van € 300.000. Omdat verschillen in kapitaallasten volgend uit het Meerjarenplan Buitenruimte conform besluitvorming egaliseren met de daartoe gevormde bestemmingsreserve kan deze onderuitputting alleen gerealiseerd worden op de kapitaallasten van investeringen met een economisch nut. Het hiermee samenhangende investeringsbedrag is meer dan aan investeringen met een economisch nut per jaarschijf is opgenomen. Deze stelpost wordt daarom niet meer opgenomen.
Indexatie beheerslasten Meerjarenplan Buitenruimte
Op 7 juli 2022 is door de raad het Meerjarenplan Buitenruimte vastgesteld. Naast financiële ruimte voor investeringen in de openbare buitenruimte zijn ook de beheerslasten onderdeel van dat plan. Geconstateerd is dat in de meerjarige doorrekening geen rekening is gehouden met de indexatie van de beheerbudgetten. Uitgaande van een indexcijfer van 1,6% dienen de beheerslasten met cumulatief € 45.000 per jaar te worden verhoogd.
Verder is geconstateerd dat, zonder rekening te houden met deze indexatie, er structureel € 180.000 meer aan beheerslasten is opgenomen dan aan dekking (toevoeging reserve MPP) beschikbaar. In het voorstel uit 2022 werd dit (structurele) tekort gedekt uit een “onderuitputting” op het gedeelte van het MPP dat wordt ingezet ter dekking van kapitaallasten uit de in het MPP opgenomen investeringen.
Het voorstel is voor deze lasten een ingroeipad te hanteren en ieder jaar € 45.000 in de exploitatie op te nemen tot de dekking structureel geborgd is. Tot het moment dat de beheerslasten op niveau zijn worden deze kosten uit de reserve gedekt.
In de komende periode wordt het MPP geactualiseerd. Mede in relatie tot de motie van de raad over de 3e fase Uiterweg. In dat kader wordt het verloop van de reserve MPP rekening houdend met bovenstaande ontwikkeling opnieuw tegen het licht gehouden.
Taakstelling WMO
In de programmabegroting 2023 is een taakstelling opgenomen vanaf 2024 van € 150.000 in 2024 oplopend tot € 900.000 in 2027. Een inventarisatie van de mogelijke besparingsvoorstellen is in de afgelopen periode uitgewerkt. Bij deze inschatting is onvoldoende rekening gehouden met een toename van de populatie. Geconcludeerd is dat de in de programmabegroting 2024 opgenomen bedragen niet volledig gerealiseerd kunnen worden. Om die reden is de stelpost afgeraamd naar een realistisch niveau. Ten tijde van de afronding van de programmabegroting hebben wij aanvullende voorstellen geformuleerd om toch te komen tot invulling van deze taakstelling. E.e.a. conform de met de raad gemaakte afspraken met mogelijke voorstellen om dit tekort dat hierdoor ontstaat (incidenteel) op te lossen. De uitkomst ervan is dat wij in 2024 en 2025 voorstellen doen waardoor wij het niet ingevulde gedeelte van de taakstelling dat onttrokken is aan de stelpost behoedzaamheid kunnen aanzuiveren en voor 2026 en 2027 het gepresenteerde tekort met € 250.000 verminderd. In de eerste begrotingswijziging bij deze programmabegroting zullen wij deze aanvullende voorstellen financieel vertalen.
Rentebaten schatkistbankieren
Als gevolg van de verwachting dat het saldo in de schatkist in 2024 positief is en de thesaurie weer rente vergoed worden rentebaten opgenomen in de begroting over het saldo in de schatkist. Over de eerste acht maanden van 2023 bedroeg het rentepercentage 2,88%, waarbij sinds januari sprake is van een oplopend percentage. Voor de rentebaten schatkistbankieren 2024 is voorzichtigheidshalve uitgegaan van 2,5% dagrente.
Stelpost loon- en prijs en behoedzaamheid
Het voorstel is het nog niet gedekte gedeelte van de begroting te dekken uit de stelpost behoedzaamheid.